Promotietips

Winterse kost

Wintersport betekent genieten! Lekker eten hoort daarbij: op een zonnig terras met uitzicht over de pistes of ’s avonds bij de open haard. Een dag in de buitenlucht vraagt om stevige kost. En niet alleen om schnitzels, kaasfondue of goulashsoep. Er zijn ook diverse zoete ­winterse zaligheden om je maag te vullen. Geen zorgen: met al die ­dagelijkse beweging kun je je echt wel wat extra calorieën permitteren.

Promotietips 17 januari 2019

Genoeg drinken!
Veel mensen onderschatten de noodzaak om tijdens het skiën of snowboarden ­voldoende te drinken. Water, welteverstaan. Bij fysieke inspanning in een koude ­omgeving transpireer je weinig. Maar weersomstandigheden met veel wind en sneeuw in combinatie met grote hoogte zorgen voor veel vochtverlies. Goed blijven drinken dus. En niet alleen warme chocolademelk of Glühwein…

Apfelstrudel
Apfelstrudel is oorspronkelijk afkomstig uit ­Oostenrijk. Je kunt deze appeltaart warm, koud of lauw eten. Vaak wordt de Apfelstrudel geserveerd met warme ­vanilles­aus of – wanneer het een ­dessert is – met een bolletje (kaneel)ijs. De rozijnen in een Apfelstrudel ­worden dikwijls vooraf geweld in rum. De appels horen in ­grove stukken te zijn ­gehakt, zodat je echt de appel proeft. Naast appels zijn bloem, ­boter of olie, suiker, rozijnen en kaneel de belangrijkste ingrediënten.

Kaiserschmarrn
Kaiserschmarrn is een zoet Oostenrijks gerecht, dat nog het meeste weg heeft van een heel luchtige pannenkoek. Dat effect ontstaat door het luchtig ­geklopte eiwit dat er op het laatste ­moment doorheen wordt gespateld. Wanneer de koek bijna gaar is, wordt deze in stukjes gescheurd. De Kaiser­schmarrn wordt traditioneel geserveerd met pruimen- of cranberrycompote en appelmoes en eventueel bestrooid met poedersuiker. Het is officieel een lunchgerecht, maar Kaiserschmarrn zijn ook een uitstekend dessert of tussen­doortje, bijvoorbeeld wanneer je een bord deelt met je vrienden.

Germknödel
Een typisch Oostenrijkse specialiteit, die veel in wintersportgebieden wordt geserveerd: de Germknödel. Het is een luxe brooddeeg gevuld met compote, meestal pruimencompote. Wil je het zelf maken, dan kan dat ook met een andere compote of zelfs met jam. Het speciale aan dit gerecht is dat de Germknödel niet wordt gebakken in de oven, maar wordt gestoomd of gekookt in zout water. Een Germknödel wordt na het bereidingsproces bestrooid met maanzaad en poeder­suiker en geserveerd met gesmolten boter of warme vanillesaus.

Tartiflette
Bijna een taart: dit mooie gerecht van aardappels, spek, room en kaas. Een simpel, maar machtig ­gerecht met slechts een paar­ ­ingrediënten uit de Franse Savoye, zoals de Reblochon-kaas. In wintersportgebieden zie je veel gerechten met kaas op de menukaart staan. Dat heeft een eenvoudige reden. Kaas is van oudsher een uitstekende manier om melk tot een houdbaar product te maken. In de hoger gelegen bergdorpen was niet altijd gelegenheid om alle melk van de koeien en geiten te consumeren of tijdig af te voeren. Daarom wordt daar van oudsher veel kaas gemaakt, waarbij weer allerlei gerechten zoals fondue, raclette en Tartiflette zijn ontstaan.

Skitaart
Diverse Nederlandse (banket)bakkers maken een skitaart of een ­variant daarop: een taart van gebroken ­stukken hazelnootschuim met een gebonden kersenvulling en gele room, afgewerkt met slagroom en rijk bestrooid met poedersuiker. ­Dikwijls liggen er rode kersen op de taart. Van oudsher staan deze symbool voor ­skiërs die rood zijn aangelopen na een mooie afdaling.

Schwarzwalder Kirschtorte
Een klassieker! En terecht. De zachte, sponsachtige chocoladecake met een heerlijke vulling van zoete, stroperige kersen is afgemaakt met een toefje slagroom en flink wat geraspte chocolade.

Crêpes
Ga je skiën in Frankrijk, dan zal een ­smakelijke crêpe niet aan je menu ­ontbreken.­ Tegen­woordig populair met een ­flinke lik ­Nutella! ­Hoewel je ze natuurlijk ook nog altijd met een laagje (poeder)suiker mag eten.